Nieuws
10 juli 2025
Van architect tot humanitair werker
Interview met Florence Radu – voormalig Junior Expert in Senegal
Florence, 34, heeft een carrière opgebouwd op het raakvlak van architectuur, internationale samenwerking en humanitaire hulp. Ze is opgeleid als architect en werkte eerst voor Enabel in Senegal via het Juniorprogramma, voordat ze bij Artsen zonder Grenzen ging werken, met opdrachten in Soedan, Afghanistan, de Centraal-Afrikaanse Republiek, Zuid-Soedan en Nigeria.
Haar eerste ervaring met internationale samenwerking begon bij het Parerba-project van Enabel, dat tot doel had de plattelandsvlucht naar Dakar tegen te gaan door de lokale agrovoedingssector te ontwikkelen. Ze werd aangenomen als junior medewerker ruimtelijke ordening en werkte aan duurzame buurtmoestuinen, het waterbeheer van de verschillende percelen en het opzetten van een GIS-database (Geografisch Informatiesysteem) met kaarten. “Het gebied is enorm groot en dankzij cartografie konden we onze acties beter visualiseren en aanpassen aan het terrein.”
Voor het einde van haar contract ontwikkelde ze een website waarop partners en lokale overheden de voortgang en concrete resultaten van het project konden volgen, zoals het aantal gecreëerde jobs.
Wie is belangrijk in je leven?
Na haar start in Thiès volgde Florence het project naar Kaolack, een druk knooppunt op de route naar Mali en Gambia. “In het begin was het niet makkelijk om me aan te passen.
Er waren maar weinig expats en daardoor viel ik erg op. Dat kan een vreemd gevoel zijn. Maar het heeft me geholpen om een hechtere band op te bouwen met mijn Senegalese collega’s.“
Terugkijkend beseft ze dat het een belangrijke periode in haar leven was. “Ik heb geleerd hoe belangrijk het is om in moeilijke tijden mensen te vinden die je kunnen steunen.“ Florence spreekt met veel warmte over de contacten die ze heeft opgedaan: “Ik heb bijzondere mensen ontmoet, zowel juniorcollega’s als Senegalese collega’s.“
Een van haar sterkste herinneringen is haar afscheidsfeest in Kaolack: “Ik was ontroerd. Ik had het gevoel dat mijn werk werd gewaardeerd, ook al was ik maar een ‘jonge voorbijganger’ in het project.”

Bijleren, je aanpassen en flexibiliteit omarmen
“Dankzij de ervaring bij het Juniorprogramma werk ik nu bij Artsen zonder Grenzen. Als junior experts hebben we een soort ‘bonuspositie’, want of er nu een junior is of niet, het project moet gewoon doorgaan. Dat had als voordeel dat ik mijn functie echt zelf kon invullen.” Ze maakte optimaal gebruik van die vrijheid, onder meer door leiding te geven aan het GIS-werk dat een centrale rol ging spelen in het project.
Florence blijft kritisch over bepaalde aspecten van de betrokkenheid van financiële ondersteuners. “Toen onze belangrijkste financiële partner op bezoek kwam, kostte het veel tijd en energie om dat bezoek voor te bereiden. Ik vind dat onze acties voor zichzelf moeten spreken, en daarom lijkt het me logischer dat ze ons tijdens een normale werkdag komen bezoeken. Maar ik denk dat dat nu eenmaal zo werkt in dit systeem.”
Ze waardeert de onafhankelijkheid van Artsen zonder Grenzen op dit gebied: “Zonder institutionele partners zijn we vrijer om te werken en kunnen we ons volledig richten op het uitvoeren van onze taak.”
Je weet nooit wat er morgen gebeurt
Florence werkt nu als Hospital Facility Manager en zorgt ervoor dat de ziekenhuisinfrastructuur in orde is, zodat de medische teams hun werk goed kunnen doen. Ze overweegt momenteel een functie bij het hoofdkantoor van Artsen zonder Grenzen in Brussel, met regelmatige bezoeken aan het buitenland. “Een beetje meer stabiliteit zou fijn zijn voor een tijdje, en om mijn familie vaker te zien.”
Naast haar werk heeft het leven in het buitenland ook Florence’s wereldbeeld veranderd. “In België denken mensen vaak op dezelfde manier. In Senegal realiseerde ik me dat er verschillende waarheden zijn, verschillende manieren om in het leven te staan.”
Een opvallend voorbeeld voor haar was het gebruik van Insha’Allah (als God het wil) bij het plannen van een afspraak. “In het begin irriteerde me dat. Als we afspreken om morgen om 9 uur, dan is dat om 9 uur, waarom zou je daar Insha’Allah aan toevoegen? Maar later begreep ik het: we hebben niet alles in de hand, wie weet wat er tussen nu en morgenochtend nog kan gebeuren? Die filosofie is me bijgebleven.”