Nieuws
20 november 2025
Jonge stemmen in Burundi versterken het werk van Enabel
Interview met Naomi Omowumi Gideon, Junior Expert Jongeren-engagement in Burundi
Hoe kan internationale samenwerking écht luisteren naar jongeren? In Burundi, waar meer dan 65% van de bevolking jonger is dan 35, lanceerde Enabel een pilootproject om dat te onderzoeken. Naomi Omowumi Gideon, Junior Expert Youth Engagement, neemt het voortouw bij de begeleiding van Enabels allereerste Jongerenadviescommissie.
Toen Naomi zich kandidaat stelde voor een functie als Junior Expert bij Enabel, zag ze dat als haar laatste kans om professioneel in het buitenland te werken binnen ontwikkelingssamenwerking. “Ik stond op het punt om 30 te worden, de maximumleeftijd voor het programma, en de vacature sloot perfect aan bij mijn profiel. Dus ik dacht: waarom niet proberen?”
Hoewel ze internationale samenwerking studeerde, bleef ze na haar eerste ervaring in de sector met gemengde gevoelens achter. “Tijdens een stage in Bolivia zag ik hoe groot de kloof was tussen wat financiële partners verwachten en wat er op het terrein gebeurt. Lokale ngo’s moesten heel veel tijd steken in administratie, tijd die ze niet konden besteden aan hun echte werk.”
Naomi werkte daarna in België, waar ze diversiteits- en inclusieprojecten coördineerde bij de scoutsorganisatie ‘Les Scouts’, een job die ze met hart en ziel deed. Maar vier jaar later was ze klaar om opnieuw de stap naar internationale samenwerking te zetten. “Het Juniorprogramma laat je toe om twee jaar te blijven, waardoor je echt kan groeien in je rol en het werkveld beter leert kennen.” Intussen woont ze in Bujumbura, de hoofdstad van Burundi, waar ze als Junior Expert Jongeren-engagement haar stempel drukt.
Een nieuwe manier van werken
Haar hoofdopdracht? Het op poten zetten en begeleiden van Enabels eerste Jongerenadviescommissie in Burundi. “Het is een pilootproject,” legt ze uit. “Ik heb het van nul opgebouwd: van rekrutering tot methodologie.”
Het initiatief geeft jonge Burundezen een stem in de vormgeving van Enabels projecten voor internationale samenwerking. Met 65% van de bevolking onder de 35 is dat geen overbodige luxe. “Er wordt veel gepraat over jongerenparticipatie in de sector, maar we willen vermijden dat het puur symbolisch blijft,” zegt Naomi. “Geen ‘youth-washing’. De focus ligt op échte inspraak. Het uiteindelijke doel is dat projecten meer impact hebben dankzij de uitwisseling tussen de jongerencommissie en de projectteams.”
Uit meer dan 2.300 kandidaturen – veel meer dan verwacht – leidde Naomi een selectieproces met screenings, interviews en assessment centers. Uiteindelijk werden 10 leden gekozen, tussen 19 en 30 jaar, met uiteenlopende achtergronden qua regio waar ze wonen, gender, socio-economische situatie en opleiding. “We hebben jongeren uit zowel stedelijke als landelijke gebieden, ouders, mensen van verschillende religies. Het is geen perfecte inclusie, maar wel een betekenisvolle.”

Meer dan symbolische inspraak
Voor Naomi was het cruciaal dat projectverantwoordelijken het pilootproject ernstig namen. Voor de start organiseerde ze een bevraging: “Welke vragen willen jullie aan jongeren stellen?” Die input hielp om de agenda van de commissie vorm te geven.
De groep buigt zich over concrete uitdagingen. Zo kwam er een vraag vanuit Enabels project rond goed bestuur en burgerparticipatie, dat vaststelde dat jongeren weinig betrokken zijn bij het middenveld.
De commissie werkt nu aan een plan om hun leeftijdsgenoten beter te betrekken, onder andere via een tweedaagse workshop met jongeren uit Bujumbura, Cibitoke en Kirondo, de regio’s waar Enabel werkt in Burundi.
Belangrijk: de commissie kiest ook zelf thema’s. “Het is niet alleen reactief,” zegt Naomi. “Ze signaleren problemen, stellen kritische vragen, en die brengen we binnen in gesprekken met de projectteams.”
Toch is het niet altijd evident om ruimte te maken voor jongerenstemmen. “Bij strakke deadlines wordt tijd voor de commissie soms opzijgeschoven. Dat is begrijpelijk, maar als we geen tijd maken voor dialoog, verandert er niets.”

Leven met het spanningsveld
Na acht maanden in Burundi is het duidelijk: Naomi houdt van haar job en gelooft sterk in het belang van jongereninspraak. Maar ze vindt dat er nog meer mogelijk is, als we representatie écht serieus nemen. “Binnen Enabel in Burundi is er ruimte om de diversiteit verder te versterken. Veel projectverantwoordelijken zijn wit, Europees en mannelijk. Idealiter weerspiegelt ons team nog beter de samenleving waarin we werken.”
Haar ervaring in Burundi is zowel prachtig als complex. “Ik ben hier warm onthaald. Via sport, collega’s en vrienden heb ik een gemeenschap gevonden. Ik voel me hier gelukkig.”
Toch blijft ze zich bewust van haar privileges. “Ik leef hier met een Europees loon, heb bewegingsvrijheid en toegang tot middelen. Mijn leven hier is comfortabel, maar dat staat in schril contrast met de realiteit van veel mensen rondom mij. Die spanning voel ik constant.”

Durven ruimte innemen
Wat zou haar na twee jaar echt trots maken? Naomi is duidelijk: “Als de ideeën van onze commissie leiden tot concrete veranderingen, verankerd in de Burundese context, dan ben ik dolgelukkig.”
Ze droomt er ook van om de groep mee te nemen naar een ander Afrikaans land voor een regionale uitwisseling. “Andere jonge denkers ontmoeten, buiten je eigen context kijken, dat zou enorm inspirerend zijn voor de leden van onze commissie.”
Maar er is één boodschap die ze absoluut wil meegeven: “Ik wil dat ze weten dat het oké is om kritisch te zijn, om ruimte in te nemen, en om te geloven dat hun stem telt. Als we dat bereiken, zijn we een stap dichter bij het ultieme doel van internationale samenwerking: onszelf overbodig maken.”
