Nieuws
08 april 2025
Tussen kijken en zien
Een persoonlijk verhaal van Philippe Van Gerwen, junior expert in Oeganda
Wanneer ik over mijn Enabel Junior-ervaring vertel, komen vaak stereotiepe reacties naar boven: hutjes, zandwegen, wilde dieren én vooral een prachtige natuur die afsteekt tegen een context van armoede. Eén beeld voor een volledig continent? Waar is de mentale flexibiliteit om verder te kijken dan deze clichés? West-Vlaanderen ziet er toch ook niet hetzelfde uit als de Ardennen, waarom zouden we dan aannemen dat één beeld Afrika volledig kan vatten?
Belgische clichés over een complex continent ontmantelen
Onze educatie over Afrika blijft helaas beperkt en oppervlakkig. Voor velen bestaat het slechts uit een paar momenten: een bezoek aan het Afrikamuseum in Tervuren in de lagere school, een verwijzing naar de brief van Patrice Lumumba in een geschiedenisles in het zesde middelbaar, en voor enkelen een verdieping tijdens een bijkomende scholing. Dit laatste blijft echter voorbehouden aan een klein publiek. In het mainstream onderwijscurricula is er amper aandacht voor dit continent in al zijn complexiteit.
Ook focust het onderwijs nog vaak op het koloniale verleden. Waar zijn de verhalen en beelden over het hedendaagse Afrika in al zijn diversiteit? Waarom krijgen we zelden een realistisch beeld voorgeschoteld? Het lijkt alsof Afrika enkel voorkomt in Hollywoodfilms als een exotische achtergrond met chaotische scènes, luid gebrul en een heldhaftige spion in de hoofdrol. Maar waar is het gewone, dagelijkse leven?
Oeganda (waar ik de laatste twee jaren werkte) kent een rijk palet aan doodnormale, dagelijkse zaken variërend van mobiele betalingen en mototaxi’s tot kleine winkeltjes, een immense hoofdstad en boerendorpen. Waarom zien we niet vaker deze doodnormale realiteit in series en films? Een Oeganda dat net zo divers is als ieders Westers land, met verschillende socio-economische klassen en culturen en zoveel meer.

Het alledaagse tonen om het beeld van Oeganda te hertekenen
Waarom heb ik deze beelden niet in mijn hoofd als ik aan Oeganda denk?
Misschien kan ik hier iets aan veranderen. Misschien kan ik een steentje verleggen door beelden te delen die een realistischer beeld tonen van het alledaagse leven in Oeganda. Echter, ook dat brengt uitdagingen met zich mee. Ik fotografeer niet graag mensen die hun gewone gang gaan, omdat ze geen objecten zijn. Bovendien voelt het ongemakkelijk om hen toestemming te vragen of een gesprek aan te gaan over hun portret. En het belangrijkste: ik ben zelf niet neutraal. Ik ben een product van België, gevormd door specifieke ideeën en een bepaalde educatie. De keuzes die ik maak – welke beelden ik vastleg en deel – worden beïnvloed door mijn eigen perspectief en wat mijn vrienden en familie ervan zullen vinden.
Kan iemand eigenlijk wel volledig neutraal zijn? Foto’s, hoe spontaan of objectief ze ook lijken, dragen altijd de stempel van degene die ze maakt. Als mens zijn we geen robots. We nemen de wereld waar door onze eigen lens, gevormd door verhalen, waarden en ervaringen. Elke foto is een selectie, een momentopname, gekozen uit een veelheid van mogelijkheden. Wat we vastleggen en wat we negeren, wordt beïnvloed door wat wij belangrijk of betekenisvol vinden.
Vaak wordt het alledaagse en banale als niet belangrijk genoeg beschouwd om te laten zien. We blijven hangen in oude, ingesleten beelden die weinig te maken hebben met de realiteit van vandaag.
Misschien kunnen een paar simpele beelden van wegen in West-Oeganda enkele stereotypen doorbreken. De foto’s zijn niet ‘uniek’, ‘indrukwekkend’ of ‘exotisch’. Het is doodnormaal en alledaags. Het lijkt wel een evidentie tot je jezelf de vraag stelt: ‘Waarom heb ik deze beelden niet in mijn hoofd als ik aan Oeganda denk?’







