Interview met Mitte, Junior Expert voor VVOB in Oeganda
Mitte werkt als Junior Expert voor VVOB in Gulu, een middelgrote stad in Oeganda. Ze heeft een opleiding als sociaal-cultureel werker, antropoloog en onderwijswetenschapper. Tijdens haar masterscriptie deed zij onderzoek in Benin, waarvoor ze samenwerkte met boerengroepen, de ngo Rikolto en Colruyt rond de rijstwaardeketen. Deze ervaring wakkerde haar interesse in landbouw aan, een interesse die ze nu in de praktijk brengt als Junior Expert in landbouwonderwijs.
Wie ben jij, Mitte?
Op 4-jarige leeftijd nam ik het vliegtuig naar Zambia. Als kleine kleuter werd ik meegenomen in de droom van mijn ouders, die ngo-medewerkers wilden worden. Mijn moeder werkte vijf jaar in de lerarenopleiding van Nkruma voor de Belgische organisatie VVOB. Samen met een groep sterk geëngageerde Zambianen steunde mijn vader de oprichting van een school in de Makululu compound. Dankzij de sterke gemeenschapsbanden is de school met haar 2000 leerlingen nu structureel verankerd en staan de leerkrachten op de loonlijst van de Zambiaanse overheid. Duurzame impact, check!
25 jaar later besloot ik om zelf de sprong te wagen. Na een intensief selectieproces bij het Juniorprogramma werd ik gematcht met VVOB als ‘Junior Agricultural Education and Training’. Ja, u leest het goed: VVOB. Toevallig dezelfde organisatie waarvoor mijn moeder zoveel jaar geleden heeft gewerkt.
Welke competenties zijn nodig om de rol van ‘Junior Expert Agricultural Education and Training’ op te nemen?
Ik heb in het Instituut voor Ontwikkelingsbeleid (IOB) aan de Universiteit Antwerpen gewerkt rond de kwaliteitszorg en innovatie van het onderwijs in drie geavanceerde masterprogramma’s in ontwikkelingssamenwerking. 90% van onze studenten waren afkomstig uit sub-Sahara Afrika, Azië en Latijns-Amerika, de meerderheid met professionele ervaring als ngo-medewerker. Samen met de Australische start-up GenSpeak ontwikkelden we voor de Stichting Universitaire Ontwikkelingssamenwerking (USOS) een mobiele applicatie om internationale medewerkers en studenten te matchen met buddy’s die thuis zijn in België.
Het is een tool om met locals af te spreken en te integreren, gebaseerd op wederzijdse (leer)interesses bv. taaluitwisseling, culinaire ervaringen, hobby’s, socio-culturele soft skills etc. Een soort academische Tinder als het ware.
Hoe is landbouwopleiding georganiseerd in Oeganda?
Aangezien de landbouwopleiding in Oeganda erg theoretisch is, wil VVOB deze meer praktijkgericht maken. Dit gebeurt in samenwerking met het ministerie van Onderwijs, schoolleiders en docenten.
Het team en ik werken nauw samen met de landbouwafdelingen van de National Teachers Colleges (NTC) Mubende en Unyama en het National Instructors College Abilonino (NICA) waar nieuwe leerkrachten worden opgeleid. De NICA-studenten lopen tijdens hun opleiding stages van zes weken. Naast een pedagogische en praktische stage, waar ze een gewas verbouwen of vee verzorgen, lopen ze ook stage op een boerderij, agri-business of onderzoekscentrum. Bij VVOB Uganda ben ik verantwoordelijk voor de ondersteuning van deze laatste soort stage: “Industriële Opleiding” of IT.
Wat doet een ‘Junior Expert in Agricultural Education and Training’ precies?
Ik werk samen met NICA-docenten om het netwerk van IT-hosts in heel Oeganda uit te breiden en om de kwaliteit van de stages te verbeteren. Het doel is om te werken aan competentiegericht en studentgericht leren met een sterke link naar de arbeidswereld en de focus op vaardigheden voor ondernemerschap. We creëren ook synergieën met andere (Belgische) ngo’s.
We ontwikkelden onder meer actiegerichte opdrachten om studenten te laten oefenen met verschillende vaardigheden en hun leerervaringen bij te houden. Tijdens het ontwikkelingsproces heb ik docenten aangemoedigd om een evenwicht te vinden tussen theorie en praktijk. Het doel is zowel de ontwikkeling van cognitieve, interpersoonlijke als praktische vaardigheden te ondersteunen en tegemoet te komen aan verschillende leerstijlen.
Om studenten te coachen bij het definiëren van hun persoonlijke leerdoelen en na te denken over hun sterke punten en uitdagingen, ontwikkelen we een landbouwgame met de Oegandese consultant Zzimba games, die ik heb leren kennen via een evenement van de Belgische organisatie OvO (ondernemers voor ondernemers).
Daarnaast hebben we verschillende digitale tools ontwikkeld:
Samen met de ICT-coördinator van NTC Unyama ontwikkelden we een online/offline database die alle relevante praktische informatie en audiovisueel materiaal verzamelt over Industrial Training-mogelijkheden op gastlocaties in Oeganda.
En met een Oegandese consultant Maarifasasa ontwikkelden we 360° virtuele bedrijfsrondleidingen die zowel on- als offline beschikbaar zijn als alternatief voor exposure bezoeken of ter voorbereiding op een Industrial Training stage. Op deze manier kunnen studenten hun potentiële hosts virtueel bezoeken, aangezien ze zich soms aan de andere kant van het land bevinden, alvorens de beste match voor hun stageplaats te kiezen.
Bij afwezigheid van de communicatieadviseur, lanceerde ik de website van VVOB in Oeganda samen met de communicatieadviseur op het hoofdkantoor. Ik werd ook verantwoordelijk voor de sociale media en gaf enkele how-to trainingen aan ons team, zoals over het maken van eenvoudige video’s en foto’s met je smartphone en over digitale onderwijsmiddelen om online sessies interactiever te maken en meer samen te werken.
Waarom koos je voor het Juniorprogramma?
Het Juniorprogramma is voor mij een kans om beroepservaring op te doen in een interculturele omgeving die als springplank dient voor een toekomstige carrière in de internationale samenwerking.
“De ervaring draagt bij tot mijn persoonlijke en professionele ontwikkeling als wereldburger en internationaal medewerker. Ik krijg interessante verantwoordelijkheden en ben dankbaar voor de professionele groei die ik door het Juniorprogramma opdoe.”
Ik werk in een geweldig team met gepassioneerde, warme en inspirerende collega’s. Tijdens de lunchpauze genieten we van heerlijke maaltijden bereid op houtskool bij ‘mama’s’. Naast mijn portie calorieën krijg ik tijdens deze momenten ook inzicht in Oegandese tradities, denkwijzen, familiezaken en humor. Oeganda wordt met de dag kleurrijker en diepgaander.
Wat leer je op persoonlijk niveau, over je vaardigheden tijdens deze ervaring?
Ik verdiep mijn expertise in het ontwikkelen van inclusieve digitale oplossingen in uitdagende omgevingen waar connectiviteit en infrastructuur niet altijd vanzelfsprekend zijn. Ik ontwikkel verder mijn vaardigheden in het faciliteren van interactieve online of blended trainingssessies, o.a. door het beoordelen van nieuwe hands-on methodologieën voor digitale of blended interactief leren voor volwassenen.
Oegandese docenten verrijken me met hun perspectieven en onderwijsmethoden. Dit verdiept mijn inzicht in cultuur-responsieve pedagogie en behendigheid om flexibel te zijn wanneer de realiteit een andere aanpak vereist. Het toont me de uitdagingen waarmee we geconfronteerd worden in de dekolonisatie van de internationale ‘ontwikkelings’-sector.
De noodzaak om vooroordelen, privileges en structureel racisme in mezelf, de organisaties waar ik voor werk en de partnerschappen waar ik deel van uitmaak, te erkennen. De noodzaak om succesvolle oplossingen te co-creëren met partners om een duurzame impact te hebben. De noodzaak van cultuurgevoelige coaching en mentoring door het geven en ontvangen van constructieve feedback in een divers team om elkaar te empoweren en effectiever en productiever samen te werken.
Het belang om altijd een bescheiden positie in te nemen, als een leerling in een nieuwe context waar alternatieve kaders spelen die pleiten voor nuance en dialoog. De noodzaak om als buitenlandse nieuwkomer, zonder grondige kennis van context en geschiedenis, mijn eigen ideeën en schijnbaar rechtlijnige oplossingen te temperen. De noodzaak om interculturele samenwerkingsstrategieën en facilitatievaardigheden te ontwikkelen om inclusieve organisaties en gelijkwaardige partnerschappen op te bouwen.
